Theologenruzie van ruim 300 jaar terug kan bijdragen aan actuele dialoog over straf en vergeving
Gezamenlijk doctoraatsproject ETF Leuven – VU Amsterdam De dissertatie van Gert van den Brink is een gezamenlijk doctoraatsproject van de ETF Leuven en de Vrije Universiteit Amsterdam. De verdediging ervan vindt plaats aan de VU.Titel van het proefschrift: Tot zonde gemaakt: De Engelse antinomiaanse controverse (1690-1700) over de toerekening van de zonden aan Christus, met bijzondere aandacht voor Herman Witsius’ Animadversiones Irenicae (1696).Promotores: prof. dr. A.J. Beck (ETF Leuven) en prof. dr. W. Janse (VU Amsterdam). Datum: 10 mei om 13.45 uur in de Aula van de VU Amsterdam. |
Hoe gaan wij om met conflicten? Die vraagt geldt van burenruzies tot wereldoorlogen. Om conflicten te beslechten, zijn begrippen als overtreding, verantwoordelijkheid en straf van groot belang. Politici, juristen, filosofen en theologen bezinnen zich daarom op de samenhang van deze concepten. Ook in de zeventiende eeuw dacht men hierover na. Vaak gebruikte men toen theologische begrippen zoals zonde, toerekening en schuld, en werd de discussie gevoerd aan de hand van de vraag of de dood van Christus als straf moet worden aangemerkt. Ook toen definieerden de deelnemers in de theologische debatten de centrale concepten zodanig, dat er sprake was van intern-coherente posities. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Gert van den Brink. Bovendien toont Van den Brink aan dat deze oude discussie relevante inzichten geeft ten aanzien van de huidige dialoog over straf en vergeving.
Grondslagen van de moderne rechtsstaat
De moderne rechtsstaat gaat uit van het onderscheid tussen privérecht en publiekrecht. Deze onderscheiding is in het Westen algemeen aanvaard dankzij de invloed van Hugo Grotius (1583-1645). Het strafrecht behoort tot het publiekrecht, waardoor eigenrichting verboden is. De meeste gereformeerde theologen in de zeventiende eeuw namen de visie van Grotius op dit punt over, en stelden dat de dood van Christus moet worden geduid in publiekrechtelijke termen. Sommige theologen (de zogeheten antinomianen) gingen echter niet mee in deze conceptuele ontwikkeling, en zagen de dood van Christus meer als een privaatrechtelijke vergoeding dan als een strafrechtelijke vergelding.
Van den Brink beschrijft welke conceptuele ontwikkeling belangrijke juridische begrippen als straf, vergeving en toerekening gedurende de zestiende en zeventiende eeuw hebben ondergaan, en hoe de diverse visies met elkaar in botsing kwamen aan het einde van de zeventiende eeuw in de antinomiaanse controverse. Ogenschijnlijk ging dat debat over onbegrijpelijke theologische kleinigheden; maar feitelijk ging het (mede) over de nog altijd actuele vraag hoe zaken als straf, verantwoordelijkheid en vergeving samenhangen. De Nederlandse theoloog Herman Witsius (1636-1708) vond de discussie dan ook zo belangrijk dat hij, op verzoek van beide strijdende partijen, zijn mening gaf. Van den Brink geeft bijzondere aandacht aan de positie van Witsius.
Oude discussie geeft nieuwe inzichten
De diverse posities van destijds blijken verrassend genuanceerd en grondig te zijn. Een theologenruzie van ruim 300 jaar terug zou daarom kunnen bijdragen aan de actuele dialoog over straf en vergeving.
Klik hier voor meer informatie over het proefschrift, dat is ontstaan in het kader van het Institute of Post-Reformation Studies, ETF Leuven, in samenwerking met de VU Amsterdam.
(foto Sjaak Verboom)